De blaastechniek
Om goed te kunnen blazen is techniek daarvoor van groot belang. Het verzamelen van voldoende lucht is nodig om de tonen te kunnen voorbrengen. Het lichaam met luchtinhoud moet gezien worden als de “versterker”. De lippen en het mondstuk vormen samen de “microfoon”. Dan de hoorn. Deze kan beschouwd worden als de “luidspreker”. De in te ademen lucht moet zoveel mogelijk in het middendeel van het lichaam worden opgeslagen. Dus niet in het borstkasgedeelte. Daar is namelijk onvoldoende flexibiliteit voorhanden om de uitstroom van lucht goed te kunnen regelen en beheersen. Het produceren van geluid is het in beweging brengen van lucht in onze omgeving. Technisch wordt er bij toonvorming dan ook gesproken over “buiken en knopen”. Geluid dat we voortbrengen is niets anders dan de lucht in beweging brengen. Deze bewegingen zijn voor de mens in bepaalde frequenties hoorbaar als een geluid of samenstelling van geluiden. Om goed te kunnen blazen is voldoende lipspanning en longinhoud van belang. Niet goed is het zich aanwennen om de lippen te hard op het mondstuk te drukken. De controle over het blazen gaat dan snel verloren en de lippen kunnen daardoor geblesseerd raken. Ook de stand van de lippen op de opening van de zijkant van de mond op de opening van het mondstuk zijn van belang. Vaak zien we dat blazers zich hebben aangeleerd om met de zijkant van de mond op de opening van het mondstuk te blazen. Dat heeft twee redenen. De vorm van het mondstuk geeft daarvoor een beetje de aanleiding. Maar vooral om voldoende geluidsniveau te halen en te houden maken sommige blazers van deze methode gebruik. Beter is het om direct bij begin aan te leren om met het midden van de mond en de lippen de blaastechniek langzaam maar zeker op te gaan bouwen. De lippen zijn een gevoelig lichaamsonderdeel die vele zenuweinden minuscule bloedvaatjes bevatten die allemaal samenkomen in het midden van de mond. Dus daarmee is al voldoende aangegeven dat het aan te bevelen is om te blazen met het midden van de mond zoveel mogelijk aan te houden. Bij het blazen van de eerste toon of tonen is het van belang deze rustig en niet te hard aan te zetten. Daarmee kan het gevoel van toonzetting beter worden ervaren. Is de controle van toonzetting een beetje aanwezig, dan pas kan er geprobeerd worden ook de tonen wat harder te gaan blazen. Een goede oefening is om een lage toon zacht aan te zetten en vervolgens deze harder en weer zachter blazen. Daarbij te proberen dat zo lang de lucht dat toelaat vol te houden.
Adem techniek
Diep inademen voor het begin van het blazen zal noodzakelijk zijn. Echter, eerst een paar maal diep in en uitademen zal de longen laten wennen aan deze inspanning. Eerst nog even heel diep uitademen en daarbij alle spieren in het lichaam even laten ontspannen is een goede tip voor beginners. Deze oefening helpt mee aan het zich ontspannen gevoel geven voor het blazen. De lucht moet zoveel mogelijk in het middengedeelte van het lichaam opgeslagen worden (middenrif) omdat daar het meeste volume kan worden bereikt. Nadat het begin is gemaakt kan er aan het diep inademen begonnen worden met langzaam onder druk uitademen van de lucht. Daarbij moeten de lippen worden samengeknepen en een geluid geproduceerd gaan worden. Denk daarbij aan het geluid van een kind dat tijdens het spelen een autogeluid nabootst of dat je een scheetje nadoet. Tijdens de lessen zal hieraan de nodige aandacht worden gegeven.